‘Mijn Faboert’ en den aaizeren weg

(Mijn Faboert en de Spoorweg)

Zoelak (zoals) ik dus al heb geschreven zou ’t Faboert, in ons geval ‘Mijn Faboert’, afkomstig zijn van de nabijheid van het Faubourg Dambrugge. Het stuk faboert lag geprankt tussen de Spaanse Omwallingen en den aaizeren weg (spoorweg) naar Olland (Nederland) toe.

Zoelak (zoals) ge immers wèt of ni wèt (weet) liep er nen aaizeren weg nor Olland! Heden ten dage zou die dus los deur de stad loepe. (traject zou door de bebouwde kom lopen). Eigenlijk is dat nu ook zo, mor dan onder de grond!

In 1836 hemme ze een stoasse (station) buiten de Spaanse Wallen gebouwd. De reden dat ze daar bouwden, was omdat de grond daar iel (heel) goeiekoep (goedkoop) was.

Iest was da een houten barak da ze ‘Emplaçement Borgerhout’ noemden. Veel later hebben ze dan het huidige knappe ‘Kathedraal’ van een station gebouwd, die ze dan eerst ‘middenstatie’ hebben genoemd. Ik ving dat dees de schunste stoasse van iel de wereld is! (mooiste station ter wereld). Om eerlijk te zijn moeten we wel vermelden dat het concept is afgezien van het station van Luzern (Zwitserland) dat in 1971 is afgebrand, maar ze hebben het baaijongs veel immenser en schoner gemaakt!

FelixArchief, stadsarchief Antwerpen. Het eindpunt van de lijn Mechelen-Antwerpen was een klein station  buiten de omwalling. Detail uit een kaart van 1839.

Mor nu wa verder over de historie van de aaizeren weg in Aantwaarepe. Den toenmôlige Keuning, Leopold II was een hevige treinfanaat en hij bracht met zaain cente, die em in de Kongo verdiengde, den ieste traain (de eerste trein) oep het Europese vasteland. Da kwam dus van Engeland overgewaaid! Het is daaroem dat de traainen in Bellege links raaje (België links rijden).

Al In 1840 reed den aaizeren weg – via de huidige Van Schoonhovestraat, Rotterdamstraat, Sint-Jansplein en de Rijnpoort. Ze wier (werd) zelfs verlengd tot de gedempte Ankerrui. Waar da de Konijnepijp (Waaslandtunnel) is. Daar kwam een nieuw goederenstation dat de ronkende naam ‘Gare Principale’ kreeg. Aftakkingen bedienden het Koninklijk Entrepot en de havendokken. Vanaf 1843 lag het station aan het beginpunt van de IJzeren Rijn, de drukke verbinding van de Antwerpse haven met het Duitse Ruhrgebied. Het ‘Gare Principale’ werd in 1874 afgebroken. Dit station werd verplaatst naar de huidige Noorderplaats en ze noemde het: ‘Station Antwerpen-Dokken en Stapelplaatsen’. Het uiteinde van het Spooremplacement dat zich uitstrekte tot bijna het Schijnpoort.

Via de Rijnpoort reed de trein vanaf 1840 naar het ‘Gare Principale’ op de Ankerrui, ter hoogte van de huidige tunneltoegang. Foto uit 1860. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

Vanaf het station was er een aftakking naar het Koninklijk Entrepot en de dokken. Foto uit ca. 1930. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

In 1874 maakte het ‘Gare Principale’ plaats voor het station Antwerpen-Dokken en Stapelplaatsen, ter hoogte van de Ellermanstraat. Foto uit ca. 1930. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

Vanaf het station Antwerpen-Borgerhout loopt de spoorweg op deze kaart door naar Nederland. Je ziet ook een aftakking via de Rijnpoort naar het goederenstation ‘Gare Principale’, 1863. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

Oep de leste kaart ziet ge weer eens de ‘enclave Mijn Faboert’ die is ontstaan door den aanleg van den aaizerenweg nor Olland (spoorlijn naar Nederland)

Het had ginne (geen) naam en spoorwegen aanleggen was populair in dien tijd en in 1854 opende er weer een nieuwe spoorlijn, nu ging het naar het Ollandse Roosendaal. Het eerste houten barak werd vervangen door een groter, maar opnieuw tijdelijk station, op het huidige Koningin Astridplein. Dat zou de naam Antwerpen-Oost krijgen. Centraal in het houten, honderd meter lange gebouw bevond zich de lokettenhal voor reizigers. De zijvleugels boden plaats aan bureaus voor de ‘Chef van de Stoasse’ (stationschef) en zaaine surveillant, een post- en telegraafkantoor en bagageruimtes. De wachtlokalen voor eerste en tweede klasse waren in de rechtervleugel, netjes gescheiden van de wachtruimte voor derde klasse in de linkervleugel. Aan de achterzijde kwam een glazen spooroverkapping: die verhuisde achteraf naar het station van Turnhout en dat werd daar in de jaren 1950 afgebroken. 

Het station Antwerpen-Oost, ca. 1880. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

Het station Antwerpen-Oost. Rechts is te zien hoe de bouw van het nieuwe station – het huidige Antwerpen-Centraal – al gestart is. Het oude station verhuisde naar Dendermonde, maar werd in de Tweede Wereldoorlog vernield. Foto uit 1898. | FelixArchief, stadsarchief Antwerpen

Rond het station Antwerpen-Oost ontstond langzaam een hele wijk. Dat ging een stuk makkelijker omdat tegelijk de omwalling uit de Spaanse tijd werd gesloopt. Zo kwam er ook ruimte vrij om de Meir door te trekken tot aan het station. De nieuwe as kreeg de naam De Keyserlei.

Door al die nieuwe huizen en straten was het station midden in de nieuwe bebouwingen komen te liggen, en ook de treinen naar Nederland reden dwars door de stilaan dichtbebouwde stationswijk. Dat leidde tot gevaarlijke toestanden en lange wachttijden, vooral aan de overweg waar de Van Schoonhovestraat de drukke Turnhoutse Steenweg (nu Carnotstraat) kruiste. Om daar een einde aan te maken, viel de beslissing om het spoor naar Nederland op te breken. In de plaats zou een ringspoorweg komen. Die zou in een boog via Zurenborg en Borgerhout naar de Dam lopen, deze was in 1873 klaar.

Het traject van de spoorlijn liep als volgt: vanaf het Koningin Astridplein, Van Schoonhovenstraat, De Coninckplein, Rotterdamstraat, Hollandstraat, evenwijdig met de Oude Steenweg en zo de Trapstraat naar het noorden toe. Zoals eerder al besproken liep er vanaf het huidige St Jansplein een goederenspoor naar de Ankerrui en de Entrepot.

Ter hoogte van de Dam, op het noordelijke stuk van de ringspoorweg, werd een passagiershalte in gebruik genomen. Daar was het algauw zo druk dat er in de jaren 1895-98 een nieuw station werd gebouwd, in de populaire neogotische stijl: Antwerpen-Dam. Het is het oudste bewaard gebleven stationsgebouw in de stad, al is het sinds 2011 gesloten voor reizigers.

FelixArchief, stadsarchief Antwerpen Het Damstation, ca. 1900 voor de verplaatsing.

De verhoging van de ringspoorweg had ook gevolgen voor het station Antwerpen-Dam. Dat stond nu ter hoogte van een onderdoorgang en moest dus verplaatst worden. Volgens de ingenieurs kon dat zonder het station af te breken. De werken startten in 1907. Maar liefst 165 arbeiders waren er nodig om 320 vijzels te bedienen. Die moesten het volledige gebouw van 700 m² en ca. 3.000 ton losscheuren van de fundamenten en het anderhalve meter optillen en 8° draaien. Het station zou dan over rails naar zijn nieuwe plek geduwd worden, met een snelheid van 2,5 meter per dag. Bepaald geen haastklus dus – de werken namen vier maanden in beslag.

Zoals ge goed kunt zien, was ‘Mijn Faboert’ onlosmakelijk verbonden met den aaizeren weg. Eerst werd het door de ‘roeten’ (rails) afgesneden van de rest van de wijk of beter gezegd weiden en andere gronden van het voormalige St. Willibrordsveld en ontstond er dus een ‘zone’ waarvan men meer tot het gehucht Dambrugge werd gerekend dan tot den anderen kant.

Maar die ‘navelstreng’ met het faubourg Dambrugge ofte ‘Den Dam’ werd dan definitief doorgesneden vanaf 1873 door de aanleg van het Spooremplacement. Daardoor verdween de Resedastraat ook de Prosputstraat genoemd door de plaatselijke bevolking en de connectie met ‘Den Dam’. Nochtans vele jaren later werd er nog steeds gezegd: ‘Sint Jobstraat aan den Dam’. Dus dat is blijven ‘leven’.

Ik heb dit verhaal over den aaizeren weg niet uit mijnen duim gezogen maar wel gehaald uit: : https://www.antwerpenmorgen.be/nl/projecten/800-jaar-antwerpen-2021/media/800-jaar-antwerpen-2021-blog-19-treinen




Eén reactie op “‘Mijn Faboert’ en den aaizeren weg”

  1. Alfons Van Camp Avatar
    Alfons Van Camp

    Hey Johnny ! Dat noem ik klasse en aangenaam om lezen Hedde gij

    Like


Plaats een reactie